De lezingen in de Adventstijd zijn verbonden met ons jaarthema “Aan tafel”. Het accent van de liturgische schikkingen ligt op ‘er is plek voor iedereen’, God komt iedereen nabij en iedereen mag zich genodigd weten in Gods nabijheid – niemand uitgezonderd. De tafel is de basisgedachte, de tafel waaraan iedereen genodigd wordt, mee mag doen, het leven kan vieren met alle ups en downs. .
In de lezingen op de adventszondagen gaat het over vier vrouwen die verbonden zijn met de levenslijn, de geschiedenis, van Jezus. Per zondag gaat het over één van deze vrouwen, één van deze dragers.
Vier verschillende soorten takken verwijzen daarnaar en zijn de dragers van de tafel. De tafel is vierkant, zoals de eerste altaren in de tempel.
Zondag, 27 november, Eerste Advent, stonden we stil bij Batseba, de vrouw van Uria. We weten dat ze Batseba heet, maar in deze lezing is zij een vrouw zonder naam. Ze is erg knap en krijgt daardoor te maken met misbruik, moord en plotseling leed. Een pijnlijk herkenbaar verhaal. #MeToo. Toch geeft God haar leven een nieuwe wending en maakt haar voor Hem van betekenis.

Gebroken identiteit. Batseba, de vrouw van Uria. Het paars van de heide staat voor de rouw, Batseba verloor haar man. Het geel van de craspedia staat voor symbool voor het koninklijke, koning David nam Batseba tot zijn vrouw.
Zondag, 4 december, Tweede Advent stond Ruth centraal.
Over buitenstaanders zijn we meestal politiek correct, maar misschien wens je jezelf of je
kind in je hart liever iemand uit je eigen groep toe. Dan weet je een beetje wat voor vlees je
in de kuip hebt, toch? Stuurde Naomi daarom ook haar schoondochters aan de grens weer
terug naar hun eigen land (Ruth 3:7-19)? Ruth gaat echter in tegen Naomi, haar
verbitterde schoonmoeder, in: ze begint over haar geloof in die bijzondere God van Israël.
Dat geloof zit diep. Ze gaat ervoor. Dit geeft haar vleugels in haar nieuwe omgeving,
gehoorzaamheid en een enorm doorzettingsvermogen. Ze krijgt de ruimte en wordt gezien.
Dan blijkt ze zelfs met haar liefde meer waard dan duizend zonen. Zo geeft God Ruth, die
buitenstaander, een plek in zijn familie. Met het oog op Jezus.
Geloof in Gods liefde. Ruth, de buitenstaander.
Korenaren het symbool voor het broodhuis, Betlehem, waarin Ruth terechtkomt.
Pinus is een pijnboom, hiermee wordt het verdriet van Ruth en Naomi verbeeld.
Zondag 11 december, de derde zondag van Advent stond Rachab centraal in de schikking.
Vergeving en bevrijding Rachab, de hoer.
Dat klinkt niet positief, ‘de hoer Rachab’. Door dat werk bevindt ze zich aan de rand van
Jericho’s samenleving. ’s Nachts hoort ze verhalen van mannen die rillen van angst voor de
God van Israël die met zijn machtige wonderen zijn volk telkens bevrijdt (Jozua 2). Bij haar
wakkert dat juist een verlangen aan naar een nieuw leven: naar vergeving en bevrijding van
haar eigen situatie waarin schuld en schaamte haar gevangen houdt. Vanuit die hoop kiest
ze ervoor de twee Israëlitische spionnen via een rood koord de stad uit te helpen. Ze smeekt
eerst wel af dat ze in ruil daarvoor met haar hele familie gered wordt. Jozua lost die gelofte
in. Zo wordt ook zij deel van die lijn van vrouwen die naar Jezus, de eeuwige Redder, leidt.
De hoer Rachab werd door Jozua gespaard, samen met haar hele familie.

Vergeving en bevrijding. Rachab, de hoer
De rode kleur van de rozenbottels verwijst naar het rode koord dat Rachab uit haar raam
hing. Rood is de kleur van liefde, van gevaar en van pijn.
Vleugeltjes van de linde. Rachab verlaat haar oude leven en begint een nieuw leven.
Zondag 18 december, Vierde Advent, staat Tamar centraal.
Tamar, de weggestuurde. Jaarlijks schitteren kerstreclames met dure cadeaus en veel
gasten aan overvloedige tafels. Kerst staat dan voor een moment van ‘het goede leven’.
Maar wat nou als je niemand hebt om je leven mee te delen? Als het huilen je nader staat
dan het lachen? Mattheüs laat duidelijk zien dat Jezus niet naar deze wereld kwam om blije
mensen nog blijer te maken, maar om dicht bij mensen in ellende te zijn. Dat laat ook het
familiedrama van Tamar zien. De schoonvader van Tamar komt zijn beloften niet na
waardoor ze, naast haar rouw, ook nog langdurig in hopeloze eenzaamheid wegzakt. Door
een list raakt ze toch zwanger. In tegenstelling tot Juda schaamt Jezus zich niet voor haar
ellende maar verbindt zich met haar als de Immanuel, de God met ons. Dát is Kerst. Juda
herkende haar en zei: ‘Niet zij is schuldig, maar ik, want ik heb haar niet aan mijn zoon Sela
tot vrouw gegeven.’
Als je een reactie op dit bericht verstuurt, wordt dat op deze pagina geplaatst. We plaatsen je naam en eventueel een link naar de website die je opgeeft. Je e-mailadres is nooit openbaar zichtbaar.