Al heel wat jaren heb ik een heel bijzondere band met de kerk die midden op het landgoed Vrederust staat. Tegenwoordig staat er een bordje bij de afslag: “GGZWNB”. Het is min of meer in overeenstemming met de mensen die daar wonen. Ook zij hebben last van heel wat afkortingen die hun levensgeschiedenis duiding moeten geven. Maar in de Ark -zoals de kerk heet- vallen die etiketjes weg. Daar worden mensen gezien en worden geen diagnoses gesteld. Daar heeft iedereen een naam en komt iedereen tot zijn recht. In de Ark is iedereen áltijd welkom.
Sneeuw
Er werd code rood voorspeld vanwege barre weersomstandigheden. De vraag kwam op of het wel verstandig zou zijn om tóch te gaan. Ik denk eerlijk gezegd dat ik elke andere gastbeurt op zaterdagmorgen had afgezegd. “Sorry, overmacht!” Maar eigenlijk voelde ik zelf veel te veel behoefte om er te mogen zijn. De Ark is namelijk niet alleen een veilige haven voor wie op het terrein wonen van Vrederust. Die plaats doet wat met mensen. Ook met mij. Zo gebeurde het dus, dat ik voor de sneeuw uit een slaapplaats zocht in de buurt. Om vervolgens ingesneeuwd te raken en een ruime dag later dan gepland huiswaarts te keren.
Hoe ik er ooit kwam
Toen ik zelf begin twintig was, kwam de geestelijk verzorger van Vrederust ooit iets vertellen op onze club van de kerk. Hij deed de uitnodiging om een keer naar een kerkviering te komen. In die tijd vond ik het zelf even niet in de kerk al was ik zeker niet los van alles wat daarmee te maken had. Kort daarna ben ik gegaan en er zijn heel veel keren daarna gevolgd. Ik weet nog precies wat het cruciale moment was dat daarvoor zorgde. Ds. Ruud Jellema die er overigens nog altijd onbetaalbaar werk verricht heette me welkom, wist waar hij me van kende, vroeg nog even naar mijn naam en zei: “Fijn dat je er bent.” Bij het delen van brood en wijn reikte hij me het brood aan en zei alleen: “Dirk-Jan ook voor jou, brood uit de hemel.”
Wat is kerk?
De afgelopen tijd zijn we de kerk opnieuw aan het uitvinden. Soms dreig ik te vergeten hoe de Ark me uiteindelijk bij de kerk heeft gehouden. Toen ik afstudeerde en dominee ging worden, mocht ik kort daarna voorgaan in de Ark. Ik schoot vol op het moment dat ik de mensen van de Ark bedankte voor hun jaren lange steun en medeleven. Ik heb toen verteld wat ik nu net vertelde. En ik vertelde hoe de onvoorwaardelijkheid die zo merkbaar, haast tastbaar, uniek is. Dit is voor mij een heel wezenlijk aspect van kerk geworden. Ik merk dat ik dat juist in deze tijd goed voor ogen moet houden. Juist nu in de crisis. Kerk is voor mij de plaats waar je gezien wordt en waar je bij naam gekend bent. Dat gaat verder dan oppervlakkige gezelligheid. Het contact doet recht aan mensen. En als er op dit moment iets lastig is geworden is het dat.
Online
In deze tijd hebben we heel veel goeds kunnen doen juist vanwege de online mogelijkheden. Wat ben ik daar ook ontzettend blij mee. Anders hield het helemaal op. Maar gaandeweg kom ik er ook achter wat een beperking het allemaal is. Diensten zijn eindeloos lang terug te kijken. Collega’s bekijken, analyseren en beoordelen elkaars diensten gevraagd en ongevraagd. Mensen kiezen ervoor welke dienst te kijken. Vanuit Den Bosch kun je diensten in Heeg, Den Haag of waar dan ook (terug) zien. Datzelfde gebeurt met de diensten waar ik zelf in voorga. Geen idee wie het wel of niet ziet en met welke intentie. Deze zondag in de Ark merkte ik wat voor druk dat eigenlijk op de schouders legt.
Stola
De stola die ik elke kerkdienst om mijn schouder drapeer ziet er natuurlijk mooi uit. Het is alleen geen slinger met het doel om de voorganger mee te versieren. Het is een symbool van het juk dat de Schrift is en dat je op je neemt (zie bijvoorbeeld Matteüs 11: 29-30). Maar door alle online activiteiten lijkt er een ander juk op de schouders te liggen. Namelijk die van de (social) media. We zijn bezig met beeldvorming. En dat is natuurlijk echt niet verkeerd, maar ik merkte in de Ark wel wat een bevrijding het was om weer een keer voor te kunnen gaan zonder het dwingende oog van de camera. Juist daardoor was ik weer bezig met waar het me ten diepste om gaat.
Glibberig
Waar het me ten diepste om gaat is lastig onder woorden te brengen. Maar ik probeer het toch. Ik geloof dat het hiermee te maken heeft: Liturgie vieren gebeurt in een specifieke context. Daar hebben we eerst en vooral oog voor elkaar. Dat vraagt om te zien wie daar verzameld zijn. Zo proberen we samen voor Gods aangezicht met elkaar tot onze bestemming te komen. Dat is bepaald geen eenvoudige weg. Het vraagt net als op die besneeuwde wegen die ik op mijn terugweg vind om beheerst schakelen, geen onverhoedse stuurbewegingen en bovenal een langzaam tempo. Soms denk ik dat we met een wel heel grote vaart een bochtig en glibberig parcours op gegaan zijn, zonder goed te overzien wat de consequenties van onze keuzes zijn.
Het is dus zo gek nog niet om even ingesneeuwd te raken en bovenal de Ark niet uit het oog te verliezen.
Als je een reactie op dit bericht verstuurt, wordt dat op deze pagina geplaatst. We plaatsen je naam en eventueel een link naar de website die je opgeeft. Je e-mailadres is nooit openbaar zichtbaar.