
Zo langzamerhand begin ik mijn draai te vinden. Ik heb altijd de grenzen opgezocht van het haalbare, en als iemand zij: “Dat kan niet,” dan liet ik wel eens zien dat het wel mogelijk was.
Nu, ligt er een grens voor ons allemaal, en daar kan ik niet om heen.
Niet meer naar mijn koor, is voor mij een van de ergste belemmeringen.
Een beetje overmoedig melde ik me aan als voorzanger. Ik begon met oude opgenomen zanglessen te herhalen. Dirk-Jan verraste me met wel heel mooie liederen van Huub Oosterhuis bij mijn eerste voorzangbeurt. LB 306 werd een ware uitdaging. Het bestaat uit een gemakkelijk refrein, maar een niet te volgen melodie van Willem Vogel bij de tussen liggende coupletten. Het is meer een reciterende manier van zingen waarbij het aankomt op de uitspraak.
Ik ging weer naar zangles, (dat mag wel), en zo had ik een heel verdiepende week met muziek en tekst. Mijn positieve gevoel leefde helemaal op.